kunstproject
De ideale plint van de architecten van morgen
Ideeën van kinderen over de plint van Den Haag
Geschreven door Leontine Lieffering
Art-S-Cool werd benaderd door Platform Stad om een project te ontwikkelen met als thema 'toegankelijkheid', het landelijke thema van de Dag van de Architectuur, op 17 juni 2023. Platform Stad wilde onderzoeken hoe de stad op ooghoogte, de plint, ervaren wordt door kinderen. Wat vinden zij van de straat, de stoepen en de gevels. Voelen kinderen zich welkom en kunnen ze zich vrij bewegen? En hoe beleef je de stad als je een beperking hebt, slechtziend bent of een rolstoel of rollator gebruikt, hoe zou je dan je weg kunnen vinden in de wijk.
Wij onderzochten het thema toegankelijkheid, in al zijn hoedanigheden, in workshops met de kinderen en waren benieuwd wat zij over de plint te vertellen hebben.
Voor dit project werkten we samen met de bibliotheken Laakkwartier, Schilderswijk en Transvaalkwartier. Dit zijn de locaties waar de workshops werden gehouden. De nabije omgeving van de bibliotheken was het uitgangspunt van de zoektocht naar de ideale plint.
De ideeën en voorstellen die in de 3 workshops door de kinderen bedacht en verbeeld werden waren in een prachtige tentoonstelling tijdens de Dag van de Architectuur
te zien in Amare.
Fotograaf: Marsel Loermans De Dag van de Architectuur
De kinderen en hun ouders waren uitgenodigd om op de Dag van de Architectuur naar Amare te komen. Vervoer naar Amare werd geregeld door Platform Stad. De tentoonstelling werd geopend door wethouder Robert van Asten en daarna kon iedereen, architecten, stedenbouwkundigen en alle andere geïnteresseerden de presentatie bewonderen.
Kinderen wonen graag in de wijken Transvaal, Schilderswijk en Laak. Ze zijn trots op de wijk waarin ze wonen en spelen, op straat, plein en park, naar school gaan en de bibliotheek bezoeken.
Ze missen wel wat dingen; springkussens en grote glijbanen op het plein, schommels aan de bomen, een snoepwinkel in de plint.
Wat de kinderen in alle drie de wijken vooral missen zijn bijzondere herkenningspunten. Dit geldt voor de bibliotheken die zich allemaal in de plint bevinden maar waarvan de ingang niet uitnodigt om naar binnen te gaan, ondanks de teksten op de ramen.
Hoe mooi zou het zijn wanneer de ingang omgeven is met gekleurd licht en de letters van de bieb ook alle kleuren van de regenboog zouden hebben. ’s Avonds zou het licht dan een beetje gedimd kunnen worden zodat de mensen die daarboven wonen er geen last van hebben.
Maar ook in de straten, de huizen zijn allemaal baksteenrood. Wat als elke straat zijn eigen kleur krijgt en je kan zeggen, ‘Ik woon in de karmozijnrode straat”, of “ik woon op de hoek van de licht blauwe en pimpelpaarse straat.” Of als in de bestrating gekleurd licht te zien is die je de weg wijst en spannende lantaarnpalen met gekleurde lampen ervoor zorgen dat je je prettiger voelt wanneer het donker is.
Ook op de pleinen missen ze een herkenningspunt, bijvoorbeeld een kunstwerk waar je op kan lopen en zitten, een kunstzinnige boom van metaaldraad met daarin allemaal gekleurde lichten, een fontein die verkoelend water spuwt, een vijver met schildpadden. Daar word je vast heel rustig van als je die over het plein ziet bewegen, zo in tegenstelling met de drukte van het verkeer dat door de wijken raast.
Het zijn allemaal tot de verbeelding sprekende voorstellen, ingrepen en toevoegingen in de publieke ruimte waarmee de kinderen, als jongste generatie, zich in deze tentoonstelling uitspreken over de wijk waarin zij opgroeien.
In samenwerking met Platform Stad.
